Woordvoerster van de Jesidi Vrouwenunie: ”Eenheid tussen alle etnische groepen is de sleutel tot het opbouwen van een vrij Syrië”
Bekijk het volledige interview hier.
In een interview met het JINHA-agentschap reflecteerde Hediya Şemo, de woordvoerster van de Jesidi Vrouwenunie (Yekîtiya Jinên Êzîdî, of YJÊ) in het noordoosten van Syrië, op het afgelopen decennium van massaslachtingen en verdrijving die het Jesidische volk heeft doorstaan.
“Het Jesidische volk heeft in de loop van de geschiedenis 74 genocides doorstaan, waaronder de verwoestende aanvallen van ISIS in 2014, die gericht waren op het uitwissen van onze herinnering, overtuigingen en culturele waarden,” zei Şemo. Ze beschreef hoe ISIS ongeveer 5.000 Jesidische vrouwen gevangen nam, dorpen verwoestte en heilige plaatsen ontwijdde in Sinjar (Şengal), Irak. Overlevenden vluchtten naar Rojava in het noordoosten van Syrië, waar ze toevlucht en solidariteit vonden binnen de AANES-regio.
Verdrijving te midden van Turkse agressie
Şemo reflecteerde ook op de Turkse militaire offensieven die duizenden Jesidi’s en andere minderheden uit hun huizen verdreven. In 2018 bezette de Turkse staat, samen met haar bondgenoten, Afrin, waardoor de Jesidische bevolking uit 22 dorpen naar Shahba werd verdreven. Echter, de vernieuwde aanvallen in november 2024 op Shahba en Tel Rifaat dwongen deze gemeenschappen opnieuw te vluchten, op zoek naar veiligheid in door AANES gecontroleerde gebieden zoals Tabqa, Hasakah en Qamishli.
“Afrin en Shahba waren huizen voor diverse etnische en religieuze groepen, maar krachten gesteund door verschillende staten in de regio hebben deze gebieden omgevormd tot conflictzones. De verdreven Jesidische bevolking ervaart nu gedwongen migratie voor de tweede of zelfs derde keer sinds 2014,” merkte Şemo op.
De Nieuwe Dreigingen in Syrië
Şemo bekritiseerde de opkomst van de door Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) gecontroleerde regering in Damascus, die volgens haar wreedheden heeft begaan tegen alawieten, christenen en andere minderheden, inclusief aanvallen op heilige plaatsen. “Deze zogenaamde nieuwe regering bedreigt alle Syriërs. Er is geen ruimte voor democratisch bestuur of religieuze vrijheid. Hoe kunnen wij Jesidi’s of andere minderheden overleven onder zulke omstandigheden?” vroeg ze.
Een Oproep tot Eenheid en Deelname van Vrouwen
Şemo benadrukte het belang van vrouwenleiding bij het vormgeven van de toekomst van Syrië. “Rapporten suggereren dat het nieuwe regime vrouwen wil uitsluiten van politiek, leger en sociaal leven.” Oproepend tot solidariteit, besloot Şemo: “Als Jesidische, Armeense, Syrische, Chaldese, Arabische, Koerdische en Circassische vrouwen moeten we ons verenigen en samen staan. Alleen door gezamenlijke inspanningen en inclusie kunnen we een vrij Syrië opbouwen waar de rechten van iedereen gerespecteerd worden.”
Terwijl de toekomst van Syrië onzeker blijft, resoneren Şemo’s woorden als een oproep tot actie, waarin eenheid en het prioriteren van rechten, vrijheid en inclusie voor alle gemeenschappen worden aangemoedigd.
