Nieuwe rechtszaak in Oostenrijk: Verdachte Betrokken bij de Vervolging van Ezidi’s

Vrijdag 14 februari 2025

Een 39-jarige Syrische man wordt ervan beschuldigd te hebben gevochten voor de zogenaamde Islamitische Staat (IS) in zijn thuisland voordat hij naar Europa vluchtte. Ook wordt hij verdacht van het gevangen houden van Ezidi-gevangenen in zijn zaak. De verdachte pleitte onschuldig, en zijn advocaat, Michael Drexler, betoogde dat de verkeerde persoon was aangeklaagd. De man kwam in 2019 aan in Oostenrijk en kreeg in 2020 asiel. Volgens zijn advocaat hebben de autoriteiten zijn achtergrond grondig onderzocht en geen enkel bewijs gevonden dat hem aan IS linkt.

Zijn proces vond vandaag, 14 februari 2025, plaats in de Regionale Rechtbank van Wenen, maar werd uitgesteld tot 2 april 2025 om meer bewijs te kunnen presenteren.

Onderzoek Ingezet door Duitse Autoriteiten

In 2023 ontvingen de Oostenrijkse veiligheidsdiensten informatie uit Duitsland waaruit bleek dat de zesvoudige vader mogelijk betrokken was bij oorlogsmisdaden in Syrië. Tijdens een lopend Duits onderzoek naar vermoedelijke IS-leden dook een propagandavideo op waarin gewapende mannen op een vrachtwagen te zien waren. Een van hen, die een IS-leus schreeuwde, werd door de aanklager geïdentificeerd als de verdachte.

Een Duitse politieagent presenteerde aanvullend bewijsmateriaal in de rechtbank, waaronder een Facebook-profiel dat vermoedelijk van de verdachte was. Volgens de agent toonden de berichten op dit account op zijn minst enige sympathie voor IS. De verdachte ontkende echter elke betrokkenheid en verklaarde dat hij niet op de beelden te zien was.

In de rechtszaal werd een video afgespeeld met beelden van gevechten, militaire voertuigen en gewapende conflicten. De beelden eindigden met een gevangene op een vrachtwagen, die door een IS-strijder naar de camera werd gedraaid, gevolgd door een andere man die in het Arabisch uitroept: “Dit is de religie! De religie van Allah! Wij zegevieren!”

Gezichtsherkenningsanalyse en Getuigenverklaringen

Het Openbaar Ministerie liet een biometrisch gezichtsherkenningsrapport opstellen, waaruit bleek dat er een kans van 83,48% was dat de man in de video de verdachte was. De aanklager noemde de ontkenning van de verdachte “volledig ongeloofwaardig” en verklaarde dat meerdere getuigen hem ook hadden geïdentificeerd.

Een forensisch expert getuigde dat de analyse zeer betrouwbaar was, mede door de hoge resolutie van de video. Hij legde uit dat biometrische vergelijkingen werken met gezichtsverhoudingen in plaats van absolute afstanden, om lensvervormingen te corrigeren. De analyse, die een dataset van andere personen gebruikte om dubbelgangers uit te sluiten, resulteerde in een gelijkeniscoëfficiënt van ongeveer 84%, wat de deskundige omschreef als “een bijna perfecte match”.

Voorafgaand aan de rechtszaak waren de verdachte meerdere foto’s getoond, waaronder één uit een officieel document. Hij beweerde op geen van deze beelden te staan.

Belangrijke Duitse Getuigen Ontbreken bij Proces in Wenen

Drie getuigen uit Duitsland, die een cruciale rol speelden in de aanklacht, waren niet aanwezig bij het proces in Wenen. Eén was teruggekeerd naar Syrië, terwijl een anonieme getuige en een derde, die zijn identiteit had bekendgemaakt, weigerden naar Oostenrijk te reizen.

De verdediging bracht drie getuigen naar voren, allen afkomstig uit het geboortedorp van de verdachte en woonachtig in Oostenrijk. Twee van hen verklaarden dat de man in de video langer haar had dan de verdachte, die zij alleen met kort haar hadden gezien. Eén van deze getuigen had de verdachte aanvankelijk in de video herkend, maar trok later zijn verklaring in en zei: “Hij lijkt op hem, maar het is hem niet.” De derde getuige gaf aan niet zeker te weten of de persoon in de video de verdachte was.

Verdediging: Valse Beschuldigingen door Persoonlijke Rivaliteiten

De verdachte beweerde dat de beschuldigingen door mede-Syriërs waren verzonnen vanwege langdurige familieconflicten. Zijn advocaat, Michael Drexler, stelde dat soortgelijke beschuldigingen aanvankelijk tegen de broer van de verdachte in Duitsland waren geuit, uit jaloezie over zijn succesvolle restaurantbedrijf. Toen die aanklachten nergens op gebaseerd bleken, zou de aandacht op de verdachte zijn gericht.

Drexler voerde ook aan dat de winkel van de verdachte in Syrië te klein was om gevangenen te huisvesten en dat er geen schermen waren om IS-propaganda af te spelen. Hij verwierp de gezichtsherkenningsanalyse en zei: “Met het blote oog is duidelijk te zien dat mijn cliënt niet de man is die met een machinegeweer op een vrachtwagen staat.”

Aanklacht wegens Terroristische Vereniging en Criminele Organisatie

De aanklager beschuldigt de verdachte van deelname aan IS-gevechten in Syrië in 2014 en van betrokkenheid bij de vervolging van Ezidi’s. Hij wordt verdacht van het vervoeren van gevangenen en het gebruik van zijn zaak—eerst een kapperszaak, later een telefoonwinkel—voor de opsluiting van Ezidi-gevangenen.

Daarnaast zou hij IS-propagandavideo’s in zijn winkel hebben vertoond en jonge mannen hebben gerekruteerd voor de groep. Volgens de aanklacht was hij ook verantwoordelijk voor het opvangen van buitenlandse IS-strijders uit Europa en hun doorverwijzing naar trainingskampen.

De Ezidi’s, een etnische en religieuze groep, waren een van de voornaamste doelwitten van IS. In augustus 2014 vermoordde IS volgens de Verenigde Naties tussen de 5.000 en 10.000 Ezidi’s in de Noord-Iraakse stad Sinjar, een misdaad die door de VN als genocide is erkend.

Het proces is uitgesteld tot 2 april 2025 om een nieuw forensisch rapport op te stellen waarin wordt geanalyseerd of de stem van de verdachte overeenkomt met die van de man in de IS-video.